Kaakgewrichtsklachten

Temporomandibulaire Dysfuntie (TMD)

 

Wie heel vaak op kauwgom kauwt, op pennen of nagels bijt, tandenknarst of zijn kiezen strak op elkaar perst, kan pijn in de kaken en kauwspieren ontwikkelen. Ook verminderde beweeglijkheid en geluiden van het kaakgewricht vallen onder temporomandibulaire dysfunctie (TMD). Klachten rond kaken en kauwspieren gaan vaak samen met tandpijn, oorpijn, hoofdpijn en het gevoel van verstopte oren.

 

Mensen met TMD kunnen zowel pijnklachten als functieproblemen hebben. Pijnklachten komen voor in de spieren en in het kaakgewricht zelf. Gewrichtspijn kan ontstaan door overbelasting, artrose, kneuzing, trauma of het oprekken van de kapsels van het gewricht. Spierpijn kan ontstaan door verkeerde mondgewoontes, ook wel parafuncties. Parafuncties zijn alle extra activiteiten van de mond naast normale functies als kauwen, slikken en spreken. Veelvoorkomende vormen zijn klemmen, knarsen, met de tong tegen de tanden persen, op de lippen en wangen zuigen, bijten op nagels, lippen of pennen, overmatig kauwgom kauwen of spelen met een kunstgebit.

 

Behalve pijnklachten omvat TMD functieproblemen. Het kaakgewricht bestaat uit een kop en een kom met een schijfje ertussen, de discus. Bij het openen van de mond kan het gewricht een knappend geluid maken, vergelijkbaar met het geluid dat wel eens klinkt bij het buigen of strekken van de knie of het knakken van vingers. Dat is onschuldig en hoeft vaak niet behandeld te worden. Bij de ernstiger vorm blijft de discus voor de kop van het gewricht zitten, waardoor de beweging blokkeert en de mond nog maar gedeeltelijk kan worden geopend. Een verminderde mondopening kan ook komen door verkorte aangespannen spieren, of door een verkleving van structuren in het kaakgewricht.

 

Afhankelijk van de klachten wordt een persoonlijk behandelplan opgesteld. Dit gaat meestal in samenspraak met een psycholoog en fysiotherapeut. Heeft iemand last van spierpijn als gevolg van parafuncties, dan is het nodig dat hij/zij deze probeert te verminderen. Dat is vaak lastig omdat mensen zich er niet van bewust zijn dat ze een dergelijke gewoonte hebben. Bovendien kan een parafunctie verergeren bij (in)spanning, verhoogde concentratie of emotionele opwinding.

 

Een opbeetplaat, ook wel splint, kan parafuncties helpen stoppen. De plaat voorkomt het contact tussen boven- en onderkiezen en maakt mensen sneller bewust van hun gewoonte. Daarbij beschermt de splint het gebit en verandert hij de lengte waarop de spieren, als ze doorgaan met de beweging, functioneren. Dit helpt om de spieren sneller te doen ontspannen.

 

Andere behandelingen voor TMD zijn ontspanningsoefeningen, automassage van de kauwspieren en mobilisatie ter verbetering van de beweeglijkheid van het kaakgewricht.

Tandarts-gnatholoog.nl